‘Verpleegkundig specialist Fleur is partij in tuchtzaak tegen oncoloog’

Verpleegkundig specialist Fleur durfde het aan om partij te zijn in een tuchtzaak na maandenlange seksuele intimidatie door de oncoloog die haar supervisor was. Ze schiep daarmee jurisprudentie. “Ik wilde het signaal aan medisch Nederland afgeven dat we dit gedrag niet accepteren.”

In januari 2020 start Fleur, dan 35, met haar opleiding tot verpleegkundig specialist in het Amphia ziekenhuis in Breda. Haar supervisor, een 56-jarige oncoloog, geeft haar non-stop complimenten. Daar blijft het niet bij. Als Fleur met een patiënt belt, begint hij haar schouders te masseren. Of hij strijkt wat haar achter haar oor en merkt het hartje in haar oorbel op. Achter de computer buigt hij zwaar over haar heen en stuurt hij haar hand op de muis. Ze protesteert als hij haar in de nek kust en zegt hoe lekker ze ruikt. “Ik was steeds overdonderd”, vertelt ze, “en ik raakte ervan in de war. Misschien hoort het erbij, dacht ik, misschien is het een grap.” Iets ervan zeggen durft ze niet. “Ik zag dat hij veel macht had, ook bij de oncologen. Hij was een soort god, zijn wil was wet. Wie was ik dan? Soms gedroeg hij zich vaderlijk. Dan dacht ik dat ik het niet zo groot moest maken, vooral ook omdat ik zo graag wilde dat dit niet waar was.”

Wisselgeld

Wat Fleur niet weet, is dat de arts een coachingstraject volgt en onder toezicht staat omdat hij over de schreef is gegaan met arts-assistenten. Een oplettende collega waarschuwt haar. “Pas op met hem, hij heeft een voorgeschiedenis.” Fleur bagatelliseert het weer, maar stapt wel naar een vertrouwenspersoon. Als die haar adviseert haar grenzen beter aan te geven, denkt ze: zie je wel, het ligt aan mij. Inmiddels belt de oncoloog haar tijdens spreekuren, om te zeggen dat hij haar mist of woest aantrekkelijk vindt. Van dezelfde strekking zijn de berichtjes die ze ’s nachts begint te ontvangen. Vaak ook spreekt ze hem aan op zijn gedrag. “Heb ik jou vannacht een berichtje gestuurd?”, vraagt hij dan. “Daar weet ik niets van, ik was straal bezopen…” Fleur krijgt geen vat op hem. Soms probeert ze afstand te nemen. Dan verwijt hij haar dat ze kil en afstandelijk is en weigert haar te helpen met patiënten. “Hij zette patiënten in als wisselgeld,” vertelt Fleur, “en dan ging ik maar weer naar hem toe, anders bleef hij me negeren en daarmee ook de patiënt.”

Steeds fysieker

In de zomer wordt de oncoloog geëvalueerd en gaat het toezicht eraf. Fleur wordt niet geraadpleegd, ze weet van niks. Vanaf dat moment wordt hij steeds fysieker. Zijn handen belanden onder haar kleding op haar buik en rug, hij probeert haar te zoenen, omhelst haar vaker. Fleur ligt nachtenlang wakker, zich afvragend hoe ze dit moet stoppen. Weer probeert ze haar grenzen aan te geven. “Je mag niet aan me zitten, dit moet stoppen.” Hij reageert woedend en drukt haar tegen de muur. “Wij gaan seks met elkaar hebben”, schreeuwt hij, “Dat gaat een dag gebeuren.”

“Ik was doodsbang en verdrietig. Maar het werk ging door, ik moest sterk zijn, ik wilde niet mijn baan verliezen.” Uiteindelijk ziet de bedrijfsmanager de twee door een kier van een gordijn. De oncoloog ligt op de onderzoekstafel. Hij weet niet wat hij daarvan moet denken, maar als hij niet veel later een gesprek heeft met Fleur over arbeidsvoorwaarden ziet hij hoe verdrietig ze is. Is er niet meer aan de hand, vraagt hij haar. En dan breekt Fleur.

Rollercoaster

Aanvankelijk wilde ze geen melding doen, maar in september 2020 deed ze dat toch. “Vanaf dat moment zat ik een rollercoaster,” vertelt ze. “Er kwam een onderzoek, hoor en wederhoor en een melding over het disfunctioneren van de specialist. In oktober werd hij ontslagen, maar hij vocht zijn ontslag aan bij het scheidsgerecht, waar ik moest komen getuigen. Toen het tot een tuchtzaak dreigde te komen, wilde hij een schikking treffen. De meeste slachtoffers gaan daar op in of ze trekken zich terug. Het ziekenhuis overtuigde me samen met het bestuur en Medisch Specialistisch Bedrijf Amphia partij in de tuchtzaak te zijn. Dat was spannend, want er was geen zaak om aan te refereren. Maar ik vond dat ik het moest doen, anders stopte niemand zijn gedrag. De zittingen waren heftig. Ik vond het heel confronterend in het vonnis te lezen dat het grensoverschrijdend gedrag zo ernstig was dat het wel gevolgen moest hebben.” De oncoloog werd uit zijn vak geplaatst, maar ging in hoger beroep. “Toen moest ik de confrontatie weer aangaan. Ik kon hem niet aankijken, maar terwijl ik mijn verklaring voorlas, zag ik dat hij met zijn vingers in zijn oren zat.”

Slagveld

De laatste uitspraak was in december 2022. “Iedereen dacht dat ik wel opgelucht zou zijn, maar er was alleen het besef dat de storm was gaan liggen. Ik keek terug op het slagveld van wat over was gebleven na drie jaar strijd. Ik ben nog een tijd gaan werken, die afleiding had ik nodig, maar steeds werd ik geconfronteerd met plekken waar iets was gebeurd. De angst en de spanning zijn in mijn lijf gaan zitten. Sinds mei zit ik thuis en neem ik de ruimte het te verwerken. Ik ben voortdurend alert en bang hem tegen het lijf te lopen, maar ik vertel erover zodat we ervan leren en ik er zin aan kan geven. Dit gedrag mogen we nooit accepteren.”

Op dinsdag 30 januari 2024 leer je in één dag praktische tips en tools hoe we agressie in de zorg een halt toeroepen tijdens het congres Agressie in de zorg, waar ook Fleur zelf op het podium staat.

Gerelateerde artikelen